News
Op 10 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat Mona Keijzer (ʺStaatssecretarisʺ) mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer gestuurd, waarin zij de inzet van het kabinet ten aanzien van sociale ondernemingen uiteenzet.
Definitie “sociale ondernemingen”
De Tweede Kamer is al geruime tijd zoekende naar passende regels en meer ruimte voor maatschappelijke ondernemingen, omdat maatschappelijke ondernemingen nog altijd niet optimaal worden (h)erkend. Een tweetal consultancy bureaus zijn verzocht onderzoek te doen naar de maatschappelijke onderneming. Hierbij is onder andere onderzocht of er behoefte bestaat voor maatregelen inzake betere (h)erkenning van maatschappelijke ondernemingen en op welke wijze deze het beste kan worden ingevuld en is een eenduidige definitie van het begrip sociale onderneming geformuleerd. De in het onderzoek geformuleerde werkdefinitie luidt als volgt:
“Sociale ondernemingen zijn ondernemingen die:
(a) een product of dienst leveren;
(b) in plaats van met een winstdoelstelling dit primair en expliciet doen om bij te dragen aan een maatschappelijk doel welke is vastgelegd in haar statuten;
(c) een deel van de omzet herinvesteren in het bereiken van het maatschappelijke doel en/of beperkt zijn in de verdeling van winst en vermogen, e.e.a. om te garanderen dat het maatschappelijk doel voor gaat;
(d) hun relevante stakeholders identificeren en daarmee minimaal jaarlijks in dialoog gaan;
(e) transparant zijn op hun website (of op andere wijze die publiekelijk toegankelijk is zoals in hun jaarverslag) over de meest materiële gecreëerde maatschappelijke waarde; en
(f) onafhankelijk van de overheid en/of andere entiteiten een eigen strategie kunnen nastreven.”
De Staatssecretaris geeft aan dat bovenstaande definitie als uitgangspunt zal fungeren voor de verdere uitwerking van de regeling omtrent maatschappelijk ondernemen.
BVm of Code Sociaal Ondernemen
Daarnaast is er onderzoek gedaan of er behoefte bestaat voor betere (h)erkenning van maatschappelijke ondernemingen en hoe dit het beste zou moeten worden ingevuld. Uit onderzoek onder 242 bedrijven, is gebleken dat de voorkeur uitgaat naar de invoering van de BVm (BV maatschappelijk – een aparte juridische rechtsvorm), of de invoering van een status op basis van de Code Sociaal Ondernemen.
Het kabinet heeft echter aangegeven dat de voorkeur uitgaat naar de invoering van de BVm en niet naar een wettelijke status op basis van de Code Sociaal Ondernemen. Er zijn immers meerdere soortgelijke (private) codes of keurmerken die beogen een waarborg te geven voor sociaal ondernemerschap en op basis van de ‘level playing field’ gedachte zou er dan ook aan die codes een wettelijke status moeten worden verbonden.
BVm – lex specialis
Op welke wijze invulling zal worden gegeven aan de wettelijke regeling inzake de BVm is op dit moment nog weinig bekend. Wel heeft de Staatssecretaris reeds aangegeven dat de BVm regeling niet als een modaliteit op de bestaande rechtsvorm van de BV in het Burgerlijk Wetboek zal worden opgenomen. De BVm zal middels een lex specialis in het leven worden geroepen. Dit resolute besluit is bijzonder met het oog op het feit dat in de initiatiefnota omtrent maatschappelijk ondernemen van 26 april 2019 de voorkeur wordt uitgesproken om de BVm op te nemen in het Burgerlijk Wetboek. Waarom het kabinet hier zo vroeg in het wetgevingsproces als zo expliciet van afwijkt volgt niet uit de kamerbrief.
De Staatssecretaris geeft aan dat in deze BVm lex specialis regeling minimaal het volgende zal moeten worden geregeld:
- voorschriften waaraan de inrichting van de sociale ondernemingen en de statuten moeten voldoen
- bepalingen die zien op het kunnen voeren van de aanduiding ‘maatschappelijke BV’
- bepalingen die zien op de registratie van de BVm in het Handelsregister
Werkgroep maatschappelijk ondernemerschap
Naast het invoeren van de BVm zal de overheid haar dienstverlening voor maatschappelijke ondernemers verbeteren. Zo is de overheid voornemens om maatschappelijke ondernemers begeleiding geven bij hun vragen over wet- en regelgeving en zal een werkgroep “maatschappelijk ondernemerschap” worden ingesteld om kennisdeling omtrent het maatschappelijk ondernemerschap tussen verschillende overheden te stimuleren.
Voorontwerp
De Staatssecretaris streeft er naar om voor het einde van 2020 een voorontwerp van de wettelijke BVm regeling te publiceren.
Onze specialisten houden de verdere ontwikkelingen omtrent de BVm goed in de gaten houden en brengen u bij nieuws op de hoogte via onze website. Als u vragen heeft, neem dan contact met ons op.