WHOA: wan­neer kan ik hier gebruik van maken en wat zijn de te nemen stap­pen

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord

Blog

Published 26 november 2020 Reading time min Auteur Robin de Wit Insolvency & Restructuring

In diver­se blogs infor­me­ren wij u over een aan­tal aspec­ten van de Wet Homo­lo­ga­tie Onder­hands Akkoord (de WHOA). Op 1 janu­a­ri 2021 treedt deze wet in wer­king. In deze blog staan wij stil bij de toe­pas­sings­cri­te­ria en de te nemen stap­pen in de WHOA pro­ce­du­re.

 

Kor­te uit­een­zet­ting WHOA

De WHOA maakt het moge­lijk dat een in zwaar weer ver­ke­ren­de onder­ne­ming tot een akkoord komt met haar schuld­ei­sers, zelfs als niet alle schuld­ei­sers hier­aan mee­wer­ken. Het akkoord kan na goed­keu­ring (homo­lo­ga­tie) door de rech­ter dan dwin­gend wor­den opge­legd aan niet mee­wer­ken­de schuld­ei­sers. Het akkoord kan o.a. voor­zien in een wij­zi­ging van de rech­ten van schuld­ei­sers, denk hier­bij aan een uit­stel van beta­ling of een gedeel­te­lij­ke kwijt­schel­ding, het omzet­ten van schul­den in aan­de­len en de wij­zi­ging van over­een­kom­sten. Het doel is een fail­lis­se­ment en het daar­mee ver­bon­den waar­de­ver­lies te voor­ko­men zodat schuld­ei­sers per sal­do beter af zijn.

 

Ingangs­cri­te­ri­um

De WHOA is met name bedoeld voor onder­ne­min­gen die van­we­ge een te zwa­re schul­den­last insol­vent drei­gen te raken maar beschik­ken over bedrijfs­ac­ti­vi­tei­ten die (na her­struc­tu­re­ring) nog wel levens­vat­baar zijn. Daar­naast kun­nen onder­ne­min­gen die hun acti­vi­tei­ten sta­ken, maar waar­bij de schul­den­last de waar­de van de acti­va over­stijgt ook gebruik maken van de WHOA door een zoge­noemd liqui­da­tie­ak­koord aan te bie­den. Het for­me­le in de wet genoem­de cri­te­ri­um is dat de schul­de­naar in een toe­stand ver­keert waar­in het rede­lij­ker­wijs aan­ne­me­lijk is dat hij met het beta­len van zijn schul­den niet zal kun­nen voort­gaan. De wet­ge­ver geeft als voor­beeld de schul­de­naar die voor­ziet dat hij een lening die in het komen­de jaar ver­valt niet zal kun­nen terug­be­ta­len. Een WHOA pro­ce­du­re kan dus al in een vroeg sta­di­um gestart wor­den en het is ook aan te raden van deze tijd gebruik te maken en niet te wach­ten tot het moment dat de kas leeg is. Ook schuld­ei­sers, aan­deel­hou­ders of de OR kun­nen een ver­zoek doen tot een WHOA-akkoord. De recht­bank zal dan een her­struc­tu­re­rings­des­kun­di­ge benoe­men.

Een WHOA kan niet wor­den toe­ge­past indien in de voor­gaan­de drie jaar een mis­luk­te poging daar­toe is gedaan.

 

De te nemen stap­pen

De onder­ne­mer zal samen met zijn advi­seurs moe­ten bepa­len op wel­ke wij­ze de pas­si­va zij­de van zijn balans geher­struc­tu­reerd moet wor­den om te kun­nen over­le­ven. Daar­in heeft de onder­ne­mer tame­lijk veel vrij­heid, bij­voor­beeld in de keu­ze wel­ke schuld­ei­sers wor­den betrok­ken in het akkoord. Het akkoord zou beperkt kun­nen wor­den tot enkel de finan­cie­ren­de ban­ken en aan­deel­hou­ders, maar zou ook uit­ge­breid kun­nen wor­den tot alle schuld­ei­sers. Ver­der zal de onder­ne­mer moe­ten bepa­len of het nood­za­ke­lijk is of bepaal­de over­een­kom­sten aan­ge­past of opge­zegd moe­ten wor­den. De WHOA biedt daar­voor de moge­lijk­heid, met uit­zon­de­ring van arbeids­over­een­kom­sten (zie onze blog hier­on­der). De moge­lijk­heid om over­een­kom­sten te beëin­di­gen). Deze ver­schil­len­de groe­pen schuld­ei­sers die­nen con­form hun rang in een fail­lis­se­ment inge­deeld te wor­den in klas­sen. Elke klas­se mag stem­men over het aan­ge­bo­den akkoord. Een klas­se is akkoord indien 2/3 van de schuld­ei­sers in die klas­se (vast te stel­len op basis van de hoog­te van hun vor­de­rin­gen) instemt. Het akkoord van ten min­ste één klas­se is nodig om het akkoord voor goed­keu­ring voor te leg­gen aan de rech­ter en zodoen­de ook de ove­ri­ge niet instem­men­de klas­sen te bin­den aan het akkoord. Schuld­ei­sers kun­nen bezwaar maken tegen de homo­lo­ga­tie van het akkoord door de rech­ter. Voor meer infor­ma­tie ver­wij­zen wij naar onze blog hier­on­der.

Aan de schuld­ei­sers dient veel infor­ma­tie ver­schaft te wor­den zodat zij het aan­ge­bo­den akkoord kun­nen beoor­de­len. Dit omvat zowel een waar­de­ring van de reor­ga­ni­sa­tie­waar­de als de liqui­da­tie­waar­de van de onder­ne­ming. Deze waar­de­rin­gen zijn van belang omdat het uit­gangs­punt is dat de reor­ga­ni­sa­tie­waar­de van de onder­ne­ming wordt ver­deeld over de diver­se kapi­taal­ver­schaf­fers. Daar­bij is het van belang dat schuld­ei­sers meer ont­van­gen dan zij in fail­lis­se­ment zou­den krij­gen (liqui­da­tie­waar­de). Zoge­he­ten klei­ne han­dels­cre­di­teu­ren die­nen in prin­ci­pe 20% van hun vor­de­ring te ont­van­gen, ten­zij zwaar­we­gen­de gron­den zich daar­te­gen ver­zet­ten (zie over dit onder­werp onze blog hier­on­der).

Tij­dens de voor­be­rei­ding van een akkoord kan het nodig zijn om gebruik te maken van bepaal­de moge­lijk­he­den die de WHOA biedt. Denk hier­bij aan een door de rech­ter te gelas­ten afkoe­lings­pe­ri­o­de waar­door schuld­ei­sers hun goe­de­ren niet kun­nen opei­sen. Ook kan de rech­ter bepaal­de han­de­lin­gen bescher­men tegen een ver­nie­ti­ging ach­ter­af op grond van pau­li­a­na. Om gebruik te maken van deze moge­lijk­he­den dient er een start­ver­kla­ring bij de recht­bank te wor­den gede­po­neerd.

Ver­der dient de schul­de­naar een keu­ze te maken tus­sen een open­ba­re of beslo­ten WHOA-pro­ce­du­re. Een open pro­ce­du­re word geken­merkt door een open­ba­re behan­de­ling en wordt gepu­bli­ceerd in het insol­ven­tie- en han­dels­re­gis­ter en in de Staats­cou­rant. Ver­der heeft de keu­ze gevol­gen voor de rechts­macht en inter­na­ti­o­na­le erken­ning van het akkoord (lees daar­over meer in onze onder­staan­de blog).