Blog
Het overgrote deel van de organisaties binnen de Europese Unie betrekt bij het uitvoeren van kritieke bedrijfsprocessen internationale dienstaanbieders, zoals cloudleveranciers. Hiermee worden veelal persoonsgegevens doorgegeven naar landen buiten de Europees Economische Ruimte (“EER”). Het sluiten van Standard Contractual Clauses (“SCC”) met de gegevensimporteur buiten de EER is de afgelopen jaren de meest gangbare waarborg geweest om deze doorgiften te legitimeren in lijn met de AVG.
Voor de vele organisaties die hier gebruik van hebben gemaakt staat een belangrijk actiepunt op de agenda: reeds gesloten SCC dienen vóór 27 december aanstaande te worden vervangen door nieuwe SCC die de Europese Commissie heeft gepubliceerd, op straffe van substantiële administratieve geldboeten of eventueel een bevel om een doorgifte per direct te staken. De nieuwe SCC kennen op zichzelf ook additionele verplichtingen, waaronder het beoordelen van de surveillance- en gegevensbeschermingswetgeving in het land waar de persoonsgegevens naar worden doorgegeven (ook wel landenassessments genoemd).
Hieronder volgt een bondige bespreking van de maatregelen die moeten worden getroffen om aan de deadline van 27 december 2022 te voldoen en te voorkomen dat bedrijfskritische processen moeten worden gestaakt.
Actualiseren SCC
Om te inventariseren welke bedrijfsprocessen eventueel geraakt kunnen worden, moet eerst geïnventariseerd worden met welke contractpartijen in het verleden SCC zijn gesloten. Organisaties hebben hier veelal geen compleet en up-to-date overzicht van, onder meer aangezien de SCC vaak als bijlage bij een (andere) overeenkomst zijn opgenomen.
Na inventarisatie van de SCC moet worden bepaalde welke van de vier modules van de nieuwe SCC moet worden gekozen. Dit is afhankelijk van de privacyrechtelijke kwalificatie van partijen; die kunnen verwerkingsverantwoordelijke of verwerker zijn. Het maken van deze kwalificatie is doorgaans vrij complex maar tegelijkertijd essentieel, aangezien bij gebruik van een onjuiste module de doorgifte niet is gelegitimeerd.
Ook moeten partijen in de SCC afspreken welke beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden om te zorgen dat het beveiligingsniveau in grote lijnen overeenkomt met dat in de Europese Unie. Dit vraagt veelal een open dialoog met de leverancier over de mogelijkheid om bepaalde beveiligingsmaatregelen te implementeren en het dragen van de kosten daarvan. De impact hiervan is met name afhankelijk van de (surveillance)wetgeving en praktijk in het derde land, waarover hieronder meer.
Landenassessments
Bij een internationale doorgifte van persoonsgegevens is het, zoals kort aangegeven, vereist dat het beveiligingsniveau in het derde land in grote lijnen overeenkomt met het beveiligingsniveau in de EU. Uitgangspunt daarbij is de (surveillance)wetgeving en praktijken in dat land. Als die problematisch zijn moeten partijen relatief veel contractuele, organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen nemen om alsnog een adequaat beveiligingsniveau te garanderen – als dat al mogelijk is.
Uitgangspunt hiervoor is dus een overzicht van (surveillance)wetgeving en praktijken van het derde land. Organisaties zijn vaak aangewezen op externe juridische dienstverleners aangezien lokale kennis van het recht in een land buiten de EER nodig is. Hierbij is van belang om te komen tot een bondig, pragmatisch overzicht van de wetgeving en praktijken, zeker waar de organisatie afhankelijk is van doorgiften naar meerdere landen (wat vaak het geval is).
Vervolgstappen
Gezien de deadline van 27 december 2022 is het van belang om tijdig internationale gegevensdoorgiften te inventariseren en de beschreven stappen te nemen. Dit is – vanuit bedrijfseconomisch oogpunt – in ieder geval sterk aan te raden voor kritische bedrijfsprocessen, om te voorkomen dat die kunnen worden gestaakt bij een gebrek aan legitimering van de doorgifte.
Wilt u meer weten? Klik dan hier om naar onze Schrems II pagina te gaan.