Blog
Op 17 januari 2025 wordt de Digital Operational Resilience Act (DORA) van toepassing. Met nog maar enkele maanden te gaan, werkt de DORA zich bij menig financiële instelling en ICT-dienstverlener steeds hoger op de agenda. De DORA wordt vaak beschreven vanuit haar vijf zogeheten pilaren. Een ander belangrijk thema loopt vervlochten door de DORA heen, in alle vijf pilaren; de consequenties van DORA op groepsverhoudingen. Hierbij kan enerzijds gedacht worden aan een centrale inkooporganisatie binnen een groep van financiële instellingen, die zelf geen financiële instelling is. Op deze organisatie is de DORA strikt genomen daarom niet van toepassing maar het reguleren van haar activiteiten, mede middels intragroepcontracten, is van belang voor de gehele groep om te voldoen aan de DORA. Anderzijds is het voor groepsverhoudingen van belang om de implementatie van de DORA ook te bezien vanuit dit groepsverband.
Hieronder lichten wij enkele onderwerpen toe in relatie tot de effecten van de DORA op het contracteren binnen een groep en de samenwerking binnen een groep voor compliance met de DORA.
- Contracteren met intragroepdienstverleners
Strategie
Op basis van de DORA kunnen financiële instellingen een holistische multivendorstrategie vaststellen waar het gaat om het landschap van ICT en bijbehorende leveranciers. Deze strategie kan zowel op groeps- of entiteitsniveau worden bepaald.[1] Daarbij is het van belang dat aantoonbaar gemaakt wordt waarom voor de samenstelling van de betreffende ICT-dienstverleners is gekozen. Door deze denkstap verplicht te stellen wordt inzichtelijk gemaakt hoe de keuzes voor verschillende ICT-leveranciers bijdragen aan het voorkomen van een te hoog concentratierisico bij bepaalde ICT-leveranciers en daarmee een vendor lock-in[2].
Deze ICT-leveranciers kunnen ook entiteiten zijn die onderdeel uitmaken van dezelfde groep, omdat het ICT-diensten inkoopt en vervolgens levert binnen die groep. De DORA maakt geen verschil tussen deze intragroepdienstverleners en externe ICT-leveranciers: de verplichtingen die bestaan in het kader van ICT-leveranciers zijn op beide onverkort van toepassing. Zodoende moet ook voorafgaand aan het contracteren met een intragroepdienstverlener een analyse gemaakt worden van de betrokken ICT-risico’s, en wat de impact daarvan kan zijn voor zowel de individuele financiële entiteiten als de gehele groep.[3]
Contracteren
In de DORA zijn inhoudelijke contractuele vereisten opgenomen voor de overeenkomsten die financiële instellingen sluiten met ICT-leveranciers. Deze zijn dus óók van toepassing als het gaat om intragroepdienstverleners.
Een groep moet zorgen voor een consistent en samenhangend beleid over de uitbesteding van ICT-diensten en de bijbehorende ICT-leveranciers die kritieke of belangrijke functies ondersteunen binnen die groep. Zowel de afzonderlijke entiteiten als de gehele groep zullen daarom profiteren van een contractueel kader dat op groepsniveau is afgestemd en dat anticipeert op de geïdentificeerde risico’s binnen deze groep en de relevante entiteiten. Denk bijvoorbeeld aan een groepsbreed ICT- en leveranciersbeleid en contractuele standaarden voor overeenkomsten. Van belang is dat de risico’s op het niveau van individuele entiteiten niet uit het oog worden verloren. Dit contractuele kader zal ook aansluiten bij een holistische multivendorstrategie en bijdragen aan het beperken van geïdentificeerde ICT-risico’s op alle niveaus binnen de groep.[4]
Risicobeoordeling
Op basis van de DORA zijn financiële instellingen verplicht om risicobeoordelingen uit te voeren op hun (potentiële) ICT-dienstverleners en gerelateerde Diensten.[5] In de DORA wordt onderkend dat risico’s lager zouden kunnen zijn waar een intragroepdienstverlener ingeschakeld is, doordat de financiële instelling daar mogelijk beter grip op heeft dan bij een ‘externe’ ICT-dienstverlener. Financiële instellingen moeten echter – ook waar intragroepdienstverleners worden ingeschakeld – objectief aantonen ’waarom deze ICT-diensten onder de overeengekomen contractuele voorwaarden worden afgenomen.[6] Dat blijkt uit de conceptversie van de “Regulatory Technical Standards to specify the policy on ICT services supporting critical or important functions”[7] behorende bij de DORA. Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat onder te risicovolle voorwaarden wordt gecontracteerd vanwege de ogenschijnlijke lage(re) risico’s van de intragroepverhouding.
Nu in de DORA ruime verplichtingen oplegt omtrent het in kaart brengen van ICT-risico’s van zowel individuele entiteiten als een gehele groep, kan de DORA ook gevolgen hebben voor de minimumkapitaaleisen van deze financiële entiteiten. ICT-risico’s worden namelijk geclassificeerd als operationele risico’s en de EU-wetgeving verbindt aanvullende voorwaarden aan de kapitaalvereisten in het kader van geïdentificeerde risico’s. Deze synergie tussen de DORA en andere Europese financiële wetgeving leidt tot mogelijke versterking van zowel de operationele, digitale als financiële veerkracht van zowel individuele entiteiten als groepen en daarmee de financiële sector als geheel.[8]
- Intragroepsamenwerking op compliance
Uitbesteden van verplichtingen
De DORA bevat mogelijkheden om intragroep bepaalde verplichtingen uit te besteden. Let wel: indien hiertoe besloten wordt, doet dit niet af aan de verantwoordelijkheid van die financiële instelling om compliant te zijn met de DORA.[9] Het hebben van bijvoorbeeld één centrale inkoop- of dienstverlener binnen de groep die activiteiten verricht om ICT-diensten te verlenen aan de rest van de groep, beperkt daarom niet de individuele verantwoordelijkheid van de financiële instelling voor naleving van de DORA. Potentiële aansprakelijkheid van het bestuur van de instelling is een belangrijke drijfveer voor het behoud van deze individuele verantwoordelijkheid, ondanks het feit dat men deel uitmaakt van een groep.
Ten eerste is het mogelijk om de complianceverificatie van de vereisten in het kader van ICT-risicobeheer uit de DORA uit te besteden aan ICT-dienstverleners.[10] Ten tweede kan ook besloten worden om de rapportageverplichtingen uit hoofde van de DORA uit te besteden. Daarbij is het van belang om op te merken dat het bijbehorende artikel spreekt va uitbesteding van de rapportageverplichtingen aan ‘derde dienstverlener’. Deze derde dienstverlener kent, anders dan de derde aanbieder van ICT-diensten, geen eigen definitie in de DORA. Hoewel het niet specifiek uit de DORA volgt, elke dienstverlenende partij anders dan de financiële instelling zelf gezien worden als een derde dienstverlener. In de geest van de DORA zou aangenomen kunnen worden dat dit daarmee elke partij buiten de financiële instelling betreft. Als van die aanname uitgegaan kan worden, dan kan de rapportageverplichting ook intragroep uitbesteed worden.[11]
Informatieregister en -uitwisseling
Op basis van de DORA is het vereist om een register van informatie bij te houden, met daarin de contractuele afspraken die met alle ICT-dienstverleners zijn overeengekomen, inclusief de intragroepdienstverleners. Door dit register op groepsniveau te onderhouden, ontstaat zowel meer grip op de contractuele aanpak en beter of de holistische contractuele aanpak binnen de groep wordt nageleefd. Eventuele bevindingen kunnen dan ook centraal worden bijgestuurd. Het in breedste zin uitwisselen van informatie binnen de groep zal ook de fragmentatie van kennis en gegevens met betrekking tot cybersecurity kunnen verkleinen.[12]
- Hoe verder?
Voor een efficiënte en ook duurzame implementatie van de DORA kunnen de voordelen maar ook risico’s van zowel intragroepverhoudingen als de individuele groepsentiteiten absoluut niet worden genegeerd. Bij de implementatie van de DORA kan ten eerste worden nagegaan of sprake is van intragroepdienstverleners en of de bijbehorende risico’s op objectieve wijze worden beoordeeld en gemonitord. Daarbij is het raadzaam om efficiëntieoptimalisatie te onderzoeken door compliance met verplichtingen op basis van de DORA op groepsniveau te bewerkstelligen. Naast de bovenstaande consequenties die de DORA voor groepen met zich meebrengt, is het landschap van cybersecuritywetgeving ook nog altijd aan het uitbreiden. Zo zal bijvoorbeeld ook de (nationale implementatie van de) tweede Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn bindende voorschriften bevatten voor individuele entiteiten binnen eenzelfde groep. HVG Law adviseert dan ook over een duurzame en praktische implementatie van zowel de DORA als andere toepasselijke cyberwetgeving.
[1] Artikel 6(9) DORA
[2] Artikel 29 DORA
[3] Idem
[4] Artt. 28 en 30 DORA
[5] Artikel 16 DORA e.v.
[6] Artikel 7
[7] Final report on Draft Regulatory Technical Standards to specify the detailed content of the policy in relation to the contractual arrangements on the use of ICT services supporting critical or important functions provided by ICT third-party service providers as mandated by Regulation (EU) 2022/2554, JC 2023 84, 17 January 2024
[8] Artikel 8 DORA en Verordening 575/2013
[9] Artikel 29(1) DORA
[10] Artikel 6(10) DORA
[11] Artikel 19(5) DORA
[12] Artikel 28(3) DORA