Na het Euro­pees Par­le­ment heeft ook de Raad van de Euro­pe­se Unie op 14 okto­ber 2024 de Richt­lijn Plat­form­werk aan­ge­no­men. Deze nieu­we regels zijn gericht op het ver­be­te­ren van de arbeids­om­stan­dig­he­den van plat­form­wer­kers, zoals maal­tijd­be­zor­gers en chauf­feurs die via digi­ta­le plat­forms wer­ken. Wij ver­wij­zen graag naar dit nieuwsbericht en onze eer­de­re blogs hier­over. De Richt­lijn Plat­form­werk heeft betrek­king op meer dan 28 mil­joen men­sen in de Euro­pe­se Unie die via digi­ta­le plat­forms actief zijn.

De nieu­we regel­ge­ving beoogt niet alleen de arbeids­rech­ten van plat­form­wer­kers te ver­be­te­ren, maar ook trans­pa­ran­tie te cre­ë­ren rond­om het gebruik van algo­rit­mes bij per­so­neels­be­heer. Plat­forms maken vaak gebruik van geau­to­ma­ti­seer­de sys­te­men om de pres­ta­ties van hun wer­kers te moni­to­ren, taken toe te wij­zen of zelfs beslis­sin­gen te nemen over ont­slag. De Richt­lijn Plat­form­werk ver­plicht nu dat der­ge­lij­ke sys­te­men door gekwa­li­fi­ceerd per­so­neel wor­den gecon­tro­leerd en biedt plat­form­wer­kers het recht om geau­to­ma­ti­seer­de beslis­sin­gen aan te vech­ten. Dit is een belang­rij­ke stap in de bescher­ming van wer­kers tegen onte­recht of ondoor­zich­tig gebruik van algo­rit­mes.

 

Wet­te­lijk ver­moe­den van een arbeids­ver­hou­ding

Daar­naast is het belang­rijk om te benoe­men dat het wet­te­lijk ver­moe­den van een arbeids­ver­hou­ding ook is aan­ge­no­men. De lid­sta­ten moe­ten een wet­te­lijk ver­moe­den van het bestaan een arbeids­ver­hou­ding in hun nati­o­na­le recht imple­men­te­ren. Dit wet­te­lijk ver­moe­den geldt wan­neer er fei­ten wor­den vast­ge­steld die wij­zen op de cri­te­ria zeg­gen­schap en lei­ding. Dit wordt geme­ten aan de hand van het nati­o­na­le recht, col­lec­tie­ve arbeids­over­een­kom­sten en EU-juris­pru­den­tie. Plat­form­wer­kers, hun ver­te­gen­woor­di­gers of nati­o­na­le auto­ri­tei­ten kun­nen zich op dit wet­te­lijk ver­moe­den beroe­pen om een onjuis­te kwa­li­fi­ca­tie aan te vech­ten. Hier­bij ver­schuift de bewijs­last naar het digi­ta­le plat­form om aan te tonen dat er geen arbeids­ver­hou­ding is. Dit ver­moe­den maakt het dus voor plat­form­wer­kers een­vou­di­ger om een arbeids­ver­hou­ding aan te tonen, met alle daar­bij beho­ren­de rech­ten, zoals in Neder­land bescher­ming tegen ont­slag, recht op mini­mum­loon en toe­gang tot soci­a­le zeker­heid. In een eerdere blog schre­ven we hier­over al uit­ge­brei­der.

 

Impact voor plat­for­men en wer­kers

Voor plat­forms bete­kent deze ont­wik­ke­ling dat zij hun hui­di­ge bedrijfs­mo­del­len moge­lijk moe­ten her­zien om te vol­doen aan de nieu­we eisen. Voor veel wer­kers biedt de richt­lijn ech­ter dui­de­lijk­heid en bete­re bescher­ming. De vraag is ech­ter of de wer­kers deze bescher­ming wen­sen, nu wij ook vol­doen­de voor­beel­den in de juris­pru­den­tie zien waar­bij het niet de plat­form­wer­kers zijn die een beroep doen op het bestaan van een arbeids­over­een­komst, maar juist een der­de par­tij (de vak­bond).

 

Wat zijn de vol­gen­de stap­pen?

Na de for­me­le onder­te­ke­ning van de richt­lijn door de Raad van de Euro­pe­se Unie en het Euro­pees Par­le­ment, heb­ben de EU-lid­sta­ten 30 maan­den de tijd om de bepa­lin­gen van de Richt­lijn Plat­form­werk op te nemen in hun nati­o­na­le wet­ge­ving. Dit biedt nati­o­na­le over­he­den en plat­forms tijd om de nodi­ge aan­pas­sin­gen door te voe­ren.

Mocht u meer wil­len weten over plat­form­werk of zzp-ont­wik­ke­lin­gen in het alge­meen? Klik dan hier!