Blog
Werkgevers opgelet: Tweede Kamer stemt in met wetswijziging transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Uiterlijk op 1 augustus 2022 moet de Richtlijn 2019/1152 inzake transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. De Richtlijn beoogt voor alle werknemers in de EU een voldoende mate van transparantie en voorspelbaarheid van arbeidsvoorwaarden te bewerkstelligen. Op 19 april 2022 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Hieronder zetten wij de belangrijkste wijzigingen in het kader van voornoemd wetsvoorstel op een rij.
Uitbreiding van de informatieverplichting
Op grond van het huidige recht heeft de werkgever al een verplichting om de werknemer schriftelijk of elektronisch van informatie te voorzien ten aanzien van onder meer de functie, het tijdstip van indiensttreding, het loon en de door partijen in acht te nemen opzegtermijn. Het wetsvoorstel regelt dat deze informatieverplichting wordt uitgebreid. Dit omvat onder meer de vermelding van de duur van de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidsduur en of al dan niet sprake is van een onvoorspelbaar werkpatroon. In dit laatste geval moet de werkgever het aantal gewaarborgde betaalde uren en het loon voor arbeid bovenop de gewaarborgde uren vermelden. Ook moet de werkgever kenbaar maken op welke momenten verplicht arbeid moet worden verricht.
Studiekostenbeding
Een andere belangrijke wijziging betreft het studiekostenbeding. Het wetsvoorstel bepaalt dat het opnemen van een studiekostenbeding niet langer mogelijk is in geval van een wettelijk of bij cao verplichte opleiding. Deze verplichte scholing moet kosteloos worden aangeboden en kan dus niet meer worden verhaald op de werknemer. Daarbij moet de scholing in de arbeidstijd worden gevolgd. De werkgever is niet alleen verplicht om de kosten van de opleiding zelf te vergoeden maar tevens kosten die hiermee verband houden zoals reiskosten.
Nevenwerkzaamheden
Op dit moment is de werkgever nog vrij om af te spreken dat de werknemer – al dan niet zonder toestemming – geen nevenwerkzaamheden mag verrichten, dat wil zeggen werkzaamheden verrichten naast zijn ‘reguliere’ baan. Vanaf 1 augustus 2022 verandert dit uitgangspunt en mag de werknemer niet meer worden belemmerd om nevenwerkzaamheden te verrichten, tenzij hier een objectieve rechtvaardigingsgrond voor bestaat. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan gezondheid en veiligheid, het beschermen van vertrouwelijke bedrijfsinformatie en het vermijden van belangenconflicten.
Wat te doen als werkgever?
De Richtlijn biedt geen ruimte voor overgangsrecht, waardoor het wetsvoorstel op 1 augustus 2022 onmiddellijk in werking zal treden indien ook de Eerste Kamer instemt. Met het oog op de beoogde wetswijzigingen verdient het alvast aanbeveling om te anticiperen op deze wijzigingen door uw model-arbeidsovereenkomsten en handboek(en) te bekijken en zo nodig te (laten) aanpassen.