Blog
In ons nieuwsbericht van 10 juli jl. zijn wij reeds ingegaan op de toenmalige status van de maatschappelijke B.V. (“BVm”) en de wens van het kabinet om een dergelijke nieuwe juridische vorm te introduceren om zo de (h)erkenning van de sociale onderneming te vergroten. Recentelijk heeft er een nieuwe ontwikkeling plaatsgevonden op het gebied van de BVm, daarom hebben we in navolging op ons eerdere nieuwsbericht een update geschreven hieromtrent.
Verder uitklappen voor: “Internetconsultatie”
Internetconsultatie
Op 3 maart 2021 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (“EZK”) een consultatiedocument gepubliceerd onder de titel ‘Aanzet voor een wettelijke regeling voor een besloten vennootschap met een maatschappelijk doel (BVm)’ (“Consultatiedocument”). Op basis van dit consultatiedocument werd door het EZK de mogelijkheid geboden aan belanghebbenden om aanbevelingen te doen door middel van de internetconsultatie, welke van 9 maart 2021 tot en met 7 mei plaatsvond. Belangrijk om te benoemen is dat het Consultatiedocument geen concrete wettekst bevat, het is enkel een aanzet voor een toekomstige wettelijke BVm regeling. Het Consultatiedocument bevat echter het grof ontwerp van de nieuwe juridische jas – inclusief de kenmerken waaraan de ondernemer moet voldoen – die maatschappelijke ondernemers in de toekomst als gegoten moet gaan zitten in de vorm van de BVm.
Verder uitklappen voor: “Consultatiedocument”
Consultatiedocument
De voornaamste reden voor een wettelijke regeling van de BVm is – zoals reeds aangegeven – het vergroten van de (h)erkenning van de maatschappelijke ondernemer. Het toevoegen van “BVm” dan wel “B.V.m.” en de verplichte registratie hiervan bij het handelsregister, moet de maatschappelijke ondernemer in de spotlights zetten in de markt, bij bijvoorbeeld de overheid, financiers en andere belanghebbenden. De grote lijnen van de toekomstige BVm-wet worden in het Consultatiedocument uiteengezet. Hieronder hebben we een aantal belangrijk punten die in het Consultatiedocument naar voren komen uiteengezet.
Kwalificatie BVm
Voor nu is het de bedoeling dat enkel een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (“BV”) gebruik kan maken van de BVm-wet. Een bijzondere keuze waarmee een groot aantal maatschappelijke ondernemers wordt uitgesloten, dit omdat het in de praktijk ook denkbaar is dat een maatschappelijke ondernemer gekozen heeft om haar onderneming in een naamloze vennootschap of een coöperatie te voeren. Wellicht dat de wetgeving in de toekomst zal worden uitgebreid voor dergelijke rechtsvormen.
De BVm zal als BV kwalificeren en ook aan de vereisten van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moeten voldoen. De BVm zal dus niet als een nieuwe aparte rechtsvorm worden bestempeld. De kwalificatie van BVm biedt de maatschappelijke ondernemer de mogelijkheid om zich gemeenschappelijk in de samenleving en het economisch verkeer zichtbaar te onderscheiden van andere ondernemingen. De naam van de maatschappelijke onderneming en de registratie bij het Handelsregister maakt direct duidelijk dat men met een maatschappelijke onderneming van doen heeft.
Een BV zal als BVm kunnen kwalificeren op het moment dat “de bestuurders van de vennootschap ten overstaan van een notaris de wil hebben geuit dat deze wet op de vennootschap onvoorwaardelijk van toepassing is”. Op het tijdstip van deze wilsuiting, moeten de statuten van de BVm reeds in lijn gebracht zijn met de BVm-wet en de daarin opgenomen vereisten. Vervolgens moet een notaris per notariële akte verklaren dat er is voldaan aan zowel de wilsuiting en de statutenwijziging. Er zal dus een grote verantwoordelijkheid komen te liggen bij de notaris. In de praktijk is het afwachten hoe de notaris hier mee om zal gaan, zeker met het oog op de beoordeling van de notaris of er wordt voldaan aan de BVm-wet. Het Consultatiedocument geeft namelijk een limitatieve opsomming van (algemene) maatschappelijke belangen – zie de volgende paragraaf – op basis waarvan de notaris zijn oordeel moet geven. De notaris zal dus een duidelijk beeld moeten krijgen over het nagestreefd doel van de BVm om vervolgens een weloverwogen oordeel te kunnen geven over of dit al dan niet als maatschappelijk belang op grond van de BVm-wet gezien kan worden.
Maatschappelijk belang en doelomschrijving
In het BVm wetsvoorstel zal een verplichting opgenomen worden dat de BVm in haar werkzaamheden een maatschappelijk belang moet nastreven of bevorderen. Dit maatschappelijk belang dient ook in de doelomschrijving van de statuten opgenomen te worden. De doelomschrijving mag de mogelijkheid van het doen van uitkeringen van winst en/of reserves niet volledig uitsluiten. Op zekere hoogte moet het winstrecht van aandeelhouders gewaarborgd blijven. Het winstrecht blijft namelijk “een wezenlijk onderdeel van het aandeelhouderschap”.
De werkzaamheid van de BVm – welke in overeenstemming is met het doel van maatschappelijk belang – dient opgenomen te worden in de statuten. In de context van de BVm-wet worden op basis van het Consultatiedocument de volgende punten (limitatief) als maatschappelijke belangen beschouwd:
- welzijn
- cultuur
- onderwijs, wetenschap en onderzoek
- bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid
- gezondheidszorg
- jeugd- en ouderenzorg
- ontwikkelingssamenwerking
- dierenwelzijn
- religie, levensbeschouwing en spiritualiteit
- de bevordering van de democratische rechtsorde
- volkshuisvesting
- mensenrechten
- arbeidsmarktparticipatie
- een combinatie van de bovengenoemde doelen
Volgens het EZK is het van belang om enigszins een kader toe te voegen aan de term “maatschappelijk”, om zo te voorkomen dat ieder willekeurig doel als “maatschappelijk” kan worden aangemerkt. Het maatschappelijk belang van het doel van de BVm moet identificeerbaar zijn.
Het EZK is voornemens om voor de doelafbakening van wat een maatschappelijk belang is, aan te sluiten bij de categorieën van doelen die van algemeen nut worden beschouwd voor de ANBI-regeling. Het maatschappelijk belang wordt echter nog iets uitgebreid ten opzichte van de categorieën van algemeen nut – mensenrechten en arbeidsmarktparticipatie zijn namelijk toegevoegd.
Niet-naleving BVm-wet
Op het moment dat blijkt dat de statuten geen doel van maatschappelijk belang bevatten, zal de BVm-wet niet van toepassing zijn. Wanneer de naam van een vennootschap toch ‘BVm’ omvat, is zij in strijd met de Handelsnaamwet. Iedere belanghebbende zal een verzoek in kunnen dienen bij de kantonrechter om naamswijziging te verzoeken. De nep-BVm kan daarnaast worden gestraft met een geldboete van de tweede categorie (EUR 4.350). Wanneer er sprake is van ernstige mate van strijd met het statutaire doel, kan er zelfs ontbinding van de BVm volgen.
Winstbeleid
In eerste instantie wilde het Ministerie van EZK het winstbeleid voor de BVm insteken door middel van een winst- en vermogensklem. Na onderzoek is het Ministerie van EZK hiervan toch teruggekomen. Een winst- en vermogensklem zou de maatschappelijke ondernemers namelijk te weinig bewegingsruimte geven om invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid als maatschappelijke ondernemers. Het is de bedoeling dat bestuurders en aandeelhouders van de BVm meer vrijheid krijgen om de benodigde afwegingen te maken over de winstbestemming en het doen van uitkeringen. De BVm dient echter wel het nastreven dan wel bevorderen van het maatschappelijk doel voorop te stellen – ook in de winstbestemming en op het moment dat zij overgaat tot het doen van een uitkering. Het bestuur mag goedkeuring op een uitkeringsbesluit van de algemene vergadering weigeren, op het moment dat het meer dan gerede twijfel heeft of behoort te hebben dat de onderhavige uitkering de BVm belemmert om het maatschappelijk doel voorop te stellen. Daarnaast zijn de uitkeringstesten van artikel 2:216 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Het bestuur zal daarnaast het voortouw nemen in het opstellen van een maatschappelijk winst- en reservebeleid, welke uiteindelijk door de algemene vergadering zal worden goedgekeurd. Op deze manier kan het winst- en reservebeleid voor verschillende jaren worden vastgelegd, waardoor het voor betrokkenen duidelijk is hoe geld zal worden ingezet om het maatschappelijk doel na te streven c.q. te bevorderen.
De meeste winst zal moeten terugvloeien naar de onderneming. Het maken van winst is ondergeschikt aan het maatschappelijk doel voor de BVm. Het is daarnaast van belang om te benoemen dat de BVm niet verplicht wordt om investeringen te doen ten behoeve van het maatschappelijk doel. De continuïteit en de langetermijnbelangen van de BVm mogen namelijk niet worden geschaad.
Maatschappelijke verslaggeving
Micro- of kleine BVm’s (artikel 2:395a en 2:396 Burgerlijk Wetboek) zullen ieder jaar een maatschappelijk jaarverslag moeten opstellen, wat vervolgens 7 jaar openbaar toegankelijk zal zijn. Middelgrote en grote BVm’s (artikel 2:395a en 2:396 Burgerlijk Wetboek) zullen jaarlijks maatschappelijk verslaglegging moeten afgeven. Op deze manier dient de BVm inzicht te geven in de met de werkzaamheden gerealiseerde maatschappelijke waarde over het afgelopen jaar. Hoe deze verslaggeving precies moet worden ingestoken moet nog nader worden bepaald door het Ministerie van EZK.
Verder uitklappen voor: “Samenvatting”
Samenvatting
Hierboven hebben we een aantal belangrijke punten van de aanzet tot BVm-wet uiteengezet. Kenmerken BVm(-wet) op basis van het Consultatiedocument zijn dus:
- aparte BVm-wet;
- BVm moet voldoen aan boek 2 Burgerlijk Wetboek en wordt gekwalificeerd als een BV;
- Maatschappelijk belang dat met het doel wordt nagestreefd of bevorderd;
- Vooropstellen van het bevorderen / nastreven van het maatschappelijk doel heeft de overhand bij beslissingen omtrent de winstbestemming en aanwenden van vermogen;
- BVm mag haar eigen continuïteit en langetermijnbelangen niet uit het oog verliezen;
- Maatschappelijk jaarverslag c.q. maatschappelijk verslaglegging.
Wat er overblijft van grote lijnen die zijn uitgezet in het Consultatiedocument na de consultatieperiode en in het uiteindelijke wetsvoorstel is voor nu afwachten. Het Consultatiedocument laat in ieder geval al de groei zien van het Ministerie van EZK in zijn kijk op de BVm – een simpel voorbeeld is de insteek van het winstbeleid van de BVm.
Verder uitklappen voor: “Wetsvoorstel”
Wetsvoorstel
Het is dus nog even wachten op het uiteindelijke wetsvoorstel. Om het feit dat de BVm er aan komt kunnen we niet meer heen. Maar wanneer? Dat is voor nu nog even afwachten. Gelukkig zijn er nog andere alternatieven waar de maatschappelijke ondernemer naar uit kan wijken (indien gewenst) om de gewenste (h)erkenning in de markt te krijgen als maatschappelijke ondernemer. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de B-Corp, hiervoor verwijzen we naar onderstaande blog dat wij eind vorig jaar hebben geschreven.
Wij zullen de verdere ontwikkelingen omtrent de BVm in de gaten houden en u hiervan op de hoogte stellen. Mocht u vragen hebben hieromtrent, neem gerust contact met ons op.